21 juni 2011

Resultaten kwantitatief onderzoek

Er zijn in totaal 505 Nederlandse verloskundigenpraktijken benaderd. Daarvan hebben 381 praktijken de vragen volledig beantwoord. Dat komt neer op een respons van 75.4%.
De resterende 23.8% (120 praktijken) respondeerde niet na 4 pogingen en 0.8% (4 praktijken) weigerde deel te nemen aan dit onderzoek.

Uitkomsten
Van de 505 verloskundigenpraktijken in Nederland zijn 317 praktijken (62,7% van de totale populatie of 83,2% van de responderende praktijken) bereid waterbevallingen tot voorbij de uitdrijving te begeleiden, of hebben de intentie om dit te doen wanneer een cliënt dit wenst. 64 praktijken (16.8% van de 381 respondenten) begeleiden beleidsmatig geen waterbevallingen (zie figuur 1). Eén praktijk heeft nog geen eenduidig beleid gemaakt ten aanzien van waterbevallingen maar neemt zich voor “ja” te zeggen op een vraag van cliënten.

Verdeling over Nederland  Om meer inzicht te krijgen van de geografische verdeling van de praktijken die een waterbevalling willen begeleiden, is een “waterkaart” van Nederland samengesteld. Hierop zijn alle praktijken weergegeven die ja antwoorden op de vraag of zij een waterbevalling begeleiden (zie figuur 2).
Op het eerste gezicht is de verdeling van de praktijken globaal gelijk aan de bevolkingsdichtheid van Nederland echter wanneer met meer aandacht naar de spreiding wordt gekeken vallen een aantal gebieden in positieve of negatieve zin op.
Opvallend is het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam. Daar waar van de 22 responderende Amsterdamse praktijken (24 in totaal) 21 bereid zijn een waterbevalling te begeleiden, blijkt in groot Rotterdam (incl. randgemeentes 23 praktijken) van de 17 responderende praktijken 8 bereid te zijn tot begeleiding van een waterbevalling. Wanneer alleen de praktijken in de gemeente Rotterdam (15) worden meegenomen in de vergelijking loopt dit terug tot 4 van de responderende 11 praktijken.
                      
Als aanvulling op de waterkaart zijn de praktijken op basis van hun postcode ingedeeld in  provincie (tabel 2). 
De minste respons kwam uit Groningen (53,8%) en Limburg (59%), terwijl Gelderland (90.8%) zowel hoog scoorde op responsie als op bereidwilligheid een waterbevalling te begeleiden (94.9%). Dit was echter nog niet zo hoog als provincie Friesland (100% van de responderende praktijken). In de provincies Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland is de dichtheid van praktijken die waterbevallingen begeleiden het hoogst (zie tabel 2, kolom X, die de gemiddelde oppervlakte beschrijft die 1 waterbevallingspraktijk bestrijkt).

Tabel 2. Provinciale verdeling van Nederland

Provincie
Aantal praktijken
Responsie
Geen waterbevalling
Ontsluiten in water
Begeleid uitdrijving in water
X*

Groningen
13
7   (53.8%)
2   (28.6%)
100%
5   (71.4%)
592
Friesland
23
14 (60.9%)
0   (0 %)
100%
14 (100%)
239
Drenthe
12
11 (91.7%)
5   (45.5%)
100%
6   (54.5%)
447
Overijssel
31
26 (83.9%)
8   (30.8%)
100%
18 (69.2%)
190
Gelderland
65
59 (90.8%)
3   (5.1%)
100%
56  (94.9%)
92
Limburg
39
23 (59.0%)
5   (21.7%)
100%
18  (78.3%)
123
Noord Brabant
77
59 (76.6%)
13 (22.0%)
100%
46  (78.0%)
110
Utrecht
33
28 (84.8%)
2   (7.1%)
100%
26  (92.9%)
56
Flevoland
14
11 (78.6%)
1  (9.1%)
100%
10  (90.9%)
241
Noord Holland
80
64 (80.0%)
5  (7.8%)
100%
59  (92.2%)
69
Zuid Holland
109
77 (70,6%)
21 (27.3%)
97,4%
56  (72.7%)
61
Zeeland
9
6  (66.7%)
2   (28.6%)
100%
5   (71.4%)
489